Positief taalgebruik? Je weet zelf ook wel dat je positief moet zijn als je een klant een voorstel doet. Dus ook een schriftelijk voorstel in een offerte. Probleem is alleen dat je vaak onbewust negatief schrijft. Wat speelt?
Met positief taalgebruik bevorder je de kans op succes. De kans dat jouw offerte gekozen wordt en dat jouw offertes dus een order of opdracht wordt. Daar worden nog vaak fouten in gemaakt. Te vaak wordt er negatief geschreven (“Op Goede vrijdag zijn we ’s middags gesloten”), terwijl er tegenover elke negatieve zijn ook een positieve zin kan staan (“Op Goede vrijdag zijn ’s ochtends geopend”). En daar schuilt hem juist ook de techniek in.
Lees of herlees je offerte nog eens en ga op zoek naar negatieve uitdrukkingen. Vervolgens buig je deze positief om; naar een positieve manier om dezelfde boodschap over te brengen. Als iets niet kan, is er ook altijd iets wat wel kan. Als een donkere versie niet mogelijk is, dan is een lichte versie wel mogelijk.
Ook voor sommige woorden kun je beter een alternatief zoeken. Zo maak je van ‘kosten’ – ‘een investering’ en van ‘moeten’ – ‘kunnen’.
Twijfeltaal is ook negatief taalgebruik en leidt tot negatief denken bij de klant. Twijfeltaal wordt vaak onbewust toegepast. De schrijver (jij dus), wil niet direct te zijn en te pusherig overkomen. Hij is bang dat de klant ‘nee’ zal zeggen. En deze vorm van ‘faalangst’ verleidt hem om zijn boodschap te verbloemen en te verzachten. Hij gebruikt woorden als toevallig, vrijblijvend en misschien. De boodschap wordt er een stuk minder concreet en duidelijk door. Gebruik deze woorden beter niet. Woorden als ‘in principe’ suggereren dat het niet echt waar is. Als je je ‘sterk maakt’ interpreteert je klant dit als een belofte (die je mogelijk niet na kunt komen).
Daarentegen kun je veel beter krachtwoorden gebruiken; woorden die wél goed scoren in een offerte.
Het glas is altijd half vol en nooit half leeg. Slim taalgebruik moet je ook in je offertes toepassen. Vervang negatieve woorden en twijfeltaal voor positieve woorden en krachtwoorden.