‘Sociale media’ is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze met elkaar te delen.

Het betreft niet alleen informatie in de vorm van tekst (zoals nieuws en artikelen). Ook geluid (zoals podcasts en muziek) en beeld (zoals foto en video) worden gedeeld via sociale media. Met andere woorden: sociale media staat voor :‘media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt’.

User generated content

Bij sociale media draait het vooral om de rol van de websitebezoeker. Hij of zij zorgt meestal zelf voor de inhoud van de website (bij YouTube uploaden de gebruikers video’s, bij Facebook uploaden de gebruikers een combinatie van foto’s, video’s en teksten en bij Wikipedia kan iedereen zelf artikelen maken en bewerken). Dit wordt ook wel ‘user generated content’ genoemd.
Daarnaast zorgt het sociale medium soms ook voor de rangschikking van de content (bijvoorbeeld door te stemmen komen vanzelf de belangrijkste berichten op de homepage).

De psychologie van het delen

De New York Times deed onderzoek naar waarom mensen informatie delen. Men ging daarbij o.a. uit van de volgende vragen:

1. Wat motiveert mensen om online informatie te delen?
2. Zijn er specifieke persoonlijkheden met verschillende motivaties?

Vijf motivaties om informatie te delen

1. waardevol zijn voor anderen;
2. manifestatie. Mensen willen laten zien wie ze zijn en waarvoor ze staan;
3. relaties cultiveren. Mensen willen graag bij een groep gelijkgestemden horen;
4. waardering oogsten. Waardering krijgen van anderen is voor mensen een sterke motivator. Als informatie wordt gedeeld, verwacht men waardering en dat stelt men zeer op prijs;
5. de wereld verbeteren. Met sociale media voelen mensen zich beter in staat om invloed uit te oefenen op zaken waarbij men zich betrokken voelt.

De zes persona’s van delers

1. De altruïst. Deelt vooral om anderen te helpen. Behulpzaam, betrouwbaar, bedachtzaam en verbonden.
2. De carrièretijger. Brengt graag op intelligente manier waarde aan zijn netwerk, bij voorkeur via LinkedIn.
3. De hipster. De hipster wijst anderen graag op coole dingen en nieuwe trends. Vooruitstrevend, creatief, jong, populair en zelfbewust.
4. De boomerang. Wil met het delen van informatie een positieve of negatieve reactie uitlokken, bij voorkeur via Facebook en Twitter.
5. De verbinder. Deelt met name om het groepsgevoel te vergroten. Creatief, bedachtzaam en een plannenmaker. Voorkeur voor Facebook, e-mail en Whatsapp.
6. De selectieve. Is zeer selectief in wat hij/zij deelt en met wie. Vindingrijk, voorzichtig, bedachtzaam en informatief. Voorkeur voor e-mail.

Socialemediaplatforms

Bekende voorbeelden van (inter)nationale socialemediawebsites zijn:

Facebook: sinds 2004

Grote socialenetwerksite, opgericht door Mark Zuckerberg. Na registratie kunnen gebruikers een persoonlijk profiel aanmaken, vrienden toevoegen, berichten versturen, statussen plaatsen, foto’s posten, video’s delen en notificaties krijgen van vrienden die hun profiel updaten. Ook kunnen gebruikers van verschillende groepen lid worden en hun vrienden categoriseren in groepen. Denk aan interessegroepen, vriendengroepen, maar ook aan branchegroepen, ondernemersgroepen, e.d. Voor ondernemers is er ook de mogelijkheid om een of meerdere bedrijfspagina’s aan te maken. Adverteren op Facebook is ook voor het mkb goed mogelijk.


YouTube: sinds 2005

Opgericht door drie medewerkers van PayPal en in 2006 verkocht aan Google. Op YouTube kan men video’s plaatsen en bekijken. Ondernemers kunnen er bedrijfsfilms, demonstratiefilms, productfilms, e.d. plaatsen. Ook is het mogelijk om een videokanaal aan te maken waarop anderen zich kunnen abonneren.

LinkedIn: sinds 2003

Populaire socialenetwerksite gericht op vakmensen. Belangrijkste doel is om van elkaars netwerk gebruik te kunnen maken. De site wordt ook veel gebruikt voor het plaatsen van vacatures en blogartikelen.

Twitter: sinds 2006

Een internetdienst waarmee u korte berichten van 140 tekens kunt publiceren (‘tweeten’). Bij mensen die u of bepaalde thema’s volgen, verschijnen deze berichten dan in hun tijdlijn.

Tumblr: sinds 2007

Tumblr is een snelgroeiende microblogging en socialenetwerksite. In 2013 overgenomen door Yahoo.

Google+: sinds 2011

De socialenetwerksite van Google. Google+ heeft veel ‘leden’, maar deze zijn niet echt actief. Er gaan geruchten dat Google stopt met Google+ of het gaat opdelen in verschillende toepassingen.


Pinterest: sinds 2010

Op deze socialenetwerksite kunt u afbeeldingen delen (‘pinnen’) op mood boards die u of een ander heeft aangemaakt.

Foursquare: sinds 2009

Als u als gebruiker bij Foursquare ‘incheckt’, deelt u uw locatie met uw vrienden. Zij kunnen dus zien waar u op dat moment bent (waar u op dat moment ingecheckt heeft).

Instagram: sinds 2010

Instagram, al enige jaren in eigendom van Facebook, is een mobiele app om makkelijk en snel foto’s en video’s te delen die u met uw telefoon/smartphone heeft gemaakt.

Snapchat:sinds 2012

Snapchat is een mobiele app om via uw telefoon afbeeldingen te delen. Bijzonder is dat de ontvanger de afbeelding slechts enkele seconden kan zien. Snapchat groeit sterk in populariteit.